360° Vertrouwen: de onzichtbare sleutel tot sterke werkrelaties – Boekbespreking
“360° Vertrouwen: de onzichtbare sleutel tot sterke werkrelaties” door Jan van der Spoel, Boom Uitgeverij (2023), 192 pagina’s. Omslagontwerp en graphics: Jan van der Spoel, Opmaak binnenwerk: Holland Graphics, Redactie: Mark Ubbink, ISBN 9789024459094, ISBN e-book 9789024459199, NUR 801.
Inleiding
Het boek “360° Vertrouwen: de onzichtbare sleutel tot sterke werkrelaties” van Jan van der Spoel opent met te wijzen op het cruciale belang van vertrouwen in zowel persoonlijke als professionele relaties, vooral in tijden van crisis. Vertrouwen is het fundament van samenwerking, communicatie en verbinding binnen de samenleving. De schrijver schetst hoe recente gebeurtenissen en ontwikkelingen hebben geleid tot een afname van vertrouwen in individuen, instituties en leiderschap, wat de noodzaak onderstreept om dit vertrouwen te herstellen en te versterken.
Hij introduceert “Bruto Binnenlands Vertrouwen” als meting van vertrouwen en bespreekt “Trust Mapping” als instrumenten om de gezondheid van vertrouwensrelaties binnen de samenleving en organisaties te meten en te verbeteren. De auteur benadrukt ook de rol van biologische factoren, zoals hormonen, in het vormen van vertrouwensbanden, wat wijst op de diepgewortelde, instinctieve aard van vertrouwen.
Vertrouwen is veelzijdig en complex, het is zowel onzichtbaar als ongrijpbaar en wordt vaak pas wordt erkend wanneer het ontbreekt. De schrijver benadrukt hoe verschillende percepties en definities van vertrouwen leiden tot uitdagingen in het begrijpen en hanteren ervan in de praktijk.
Deel I: 360º vertrouwen
Hij doet dat door introductie van het concept van “360º vertrouwen”, waarbij het getal 360 verwijst naar een cirkel die symbool staat voor volledigheid en samenhang. Dit concept benadrukt dat vertrouwen pas compleet is als het vanuit alle invalshoeken bekeken wordt, wat terug te vinden is in de 6 principes en 24 aspecten die gebruikt kunnen worden om vertrouwen te onderzoeken, welke in de hoofdstukken erna afzonderlijk en aan de hand van talloze voorbeelden uit de praktijk worden besproken. Daarnaast worden verschillende perspectieven benadrukt: van jou naar een ander, van een ander naar jou, en naar jezelf in een specifieke rol, wat leidt tot een multidimensionaal beeld van vertrouwen.
Principe 1: Karakter
Hoofdstuk 5 focust op het eerste principe van vertrouwen, “karakter”, en de vier aspecten die hieronder vallen: intentie, betrokkenheid (loyaliteit), respect, en eerlijkheid & rechtvaardigheid. Deze aspecten dragen bij aan hoe het karakter van een persoon wordt ervaren en hoe dit het vertrouwen beïnvloedt dat anderen in hen stellen. De mate waarin iemands intenties overeenkomen met die van jou, hoe betrokken iemand is bij jouw belangen, of je door de ander gezien en gehoord wordt, en de aanwezigheid van eerlijkheid en rechtvaardigheid zijn allemaal factoren die bijdragen aan het karakter en daarmee het vertrouwen in een persoon.
Principe 2: Consistent gedrag
Dit deel van het boek gaat over consistent gedrag, het tweede principe van vertrouwen, en de daarbij behorende 4 aspecten: congruentie, verantwoordelijkheid, helderheid, en verwachtingspatronen. Deze factoren zijn, aldus de auteur, essentieel voor het vestigen en onderhouden van vertrouwensrelaties. Als illustratie van het belang van verantwoordelijkheid aanvaarden haalt de auteur de Toeslagenaffaire aan, waarbij Premier Rutte’s reactie contrasteert met minister Asscher’s besluit om af te treden, wat de cruciale rol van verantwoordelijkheid in leiderschap en het effect ervan op vertrouwen benadrukt.
Principe 3: Systemen
Hoofdstuk 7 verkent hoe “systemen” als het derde principe van vertrouwen organisaties beïnvloeden, met nadruk op het belang van duidelijke afspraken, het doorbreken van negatieve patronen, en de rol van waarden, normen, rituelen en tradities. Voorbeelden zoals Alice’s ervaring met het open-deurbeleid en Linda’s onboarding uitdagingen illustreren het belang van transparante communicatie en heldere procedures. Verder worden de gevolgen van een ineffectieve vergadercultuur en het belang van professioneel gedrag en hygiëne op de werkplek besproken, onderstrepend hoe deze aspecten bijdragen aan een positieve vertrouwenscultuur.
Principes 4 en 5: Psychologische veiligheid en Instinct & Identificatie
In hoofdstukken 8 en 9 duikt de auteur dieper in de principes van “psychologische veiligheid” en “instinct & identificatie”, essentieel voor het bevorderen van vertrouwen en interactie binnen teams en individuele relaties. Psychologische veiligheid, als een ruimte waarin men vrij is om fouten te maken en te leren, wordt belicht als een kritieke factor voor teamdynamiek, met het Project Aristoteles bij Google als voorbeeld van hoe dergelijke veiligheid de teamprestaties kan verbeteren. Deze delen benadrukken ook de rol van machtsverhoudingen, bescheidenheid, kwetsbaarheid en vergevingsgezindheid in het creëren van een vertrouwenscultuur.
Hij beschrijft hoe ons instinct, een onbewuste snelle beoordeling bij eerste ontmoetingen, ons vertrouwen in anderen beïnvloedt, vaak gestuurd door overeenkomsten en eerdere ervaringen. Dit instinctieve proces, dat kan leiden tot vooroordelen, onderstreept het belang van bewustzijn en kritische evaluatie om meer inclusieve interacties te bevorderen. Specifieke factoren zoals aantrekkelijkheid, autoriteit en gedeelde overtuigingen spelen een grote rol in onze perceptie van anderen, met het “beauty premium” als een voorbeeld waarbij aantrekkelijke personen positieve attributen toegewezen krijgen, wat hun vertrouwensniveau kan verhogen of verlagen afhankelijk van de vervulling van verwachtingen. De auteur pleit voor een bewuste benadering van deze instinctieve reacties om een meer vertrouwenwekkende omgeving te creëren.
Principe 6: Competentie
Het laatste principe, “competentie”, gaat over het belang van capaciteiten, expertise, kwaliteit en reputatie in het opbouwen van vertrouwen. Competenties omvatten zowel fysieke als mentale eigenschappen, terwijl expertise kennis en ervaring combineert. Kwaliteit reflecteert de waarde van geleverd werk en gedrag, en reputatie is de optelsom van iemands daden en invloeden op de perceptie van anderen. Samen bepalen deze aspecten hoe competentie wordt waargenomen, cruciaal voor vertrouwen maar subjectief ervaren.
Vage begrippen en culturele verschillen
Met de beschrijving van de 6 “principes” en de 24 “aspecten” binnen die principes is de cirkel rond, zou men denken. In twee korte “intermezzo’s” – “transparantie, integriteit en andere vage begrippen” en “culturele verschillen” – gaat Jan van der Spoel echter in op transparantie en integriteit: hij noemt dit “vage begrippen” omdat ze moeilijk concreet te maken zijn in de praktijk. Hij erkent dat het belangrijke concepten zijn in het kader van vertrouwen, maar dat hun interpretatie en toepassing vaak subjectief en afhankelijk is van specifieke situaties. In het “360º vertrouwen” model streeft de auteur ernaar om deze begrippen concreter en toepasbaar te maken door ze te koppelen aan specifieke aspecten zoals intentie, waarden & normen, congruentie, helderheid, en herkenbare afspraken & procedures.
Culturele verschillen beïnvloeden het begrip en de invulling van vertrouwen, stelt de schrijver: diverse culturen hebben unieke omgangsvormen en waarden die hun perceptie van vertrouwen vormen, mede beïnvloed door de mate van vertrouwen in hun eigen maatschappelijke systemen, zoals wetgeving en afspraken. Erin Meyer’s model “The Culture Map” wordt aangehaald om de variaties in culturele dimensies zoals communicatie, besluitvorming, en vertrouwen te illustreren, waarmee de auteur aantoont dat culturele contexten aanzienlijk verschillen in hun benadering van vertrouwen, variërend van zakelijk tot relationeel.
Inzicht en resultaat in vijf stappen
Jan van der Spoel introduceert in hoofdstuk 11 een vijfstappen methode om vertrouwen in relaties te beoordelen en te verbeteren aan de hand van 24 vragen. Volgens de auteur leggen de antwoorden op deze vragen de sterke en zwakke punten in persoonlijke, team- en institutionele relaties bloot. De auteur suggereert gesprekken, eventueel met een coach of mediator, om twijfels en problemen aan te pakken en zo vertrouwensrelaties te versterken
Deel II Leiderschap van morgen
In deel II – hoofdstukken 11 tot en met 18 – richt de auteur zich op modern leiderschap in organisaties, waarbij hij de uitdagingen voor leiders op verschillende niveaus onderzoekt, van nieuwe managers tot ervaren CEO’s. Hij benadrukt de verwarring tussen managen en leiden, en introduceert de principes van 360º vertrouwen als hulpmiddel voor leiders om vertrouwen binnen hun teams te bouwen en te onderhouden. Voorbeelden zoals de uitdagingen van ‘First-time managers’ en de ‘CEO life cycle’ worden gebruikt om de complexiteit van leiderschap en de impact van vertrouwen te illustreren.
Afsluiting
Het boek van Jan van der Spoel levert een indrukwekkende bijdrage aan het discours over vertrouwen. Met een gestructureerde aanpak en praktische inzichten biedt hij een diepgaand begrip van een thema dat zowel dagelijks als complex is. Zijn systematische benadering, met een 360° cirkel van zes principes en vierentwintig aspecten, is zorgvuldig uitgewerkt en rijk aan voorbeelden. De ‘vijf stappen’ en ’24 vragen’ die hij voorstelt, zijn getuigen van zijn creativiteit, al kan dit voor sommige lezers als overweldigend worden ervaren.
In de huidige context, waarin de noodzaak wordt gevoeld om theoretische modellen en praktische ervaringen dichter bij elkaar te brengen, biedt Van der Spoel’s werk een waardevolle invalshoek. Het is echter belangrijk om te erkennen dat, hoewel het boek een brug poogt te slaan, er ruimte blijft voor verdere integratie met wetenschappelijke theorieën. De verwijzingen naar wetenschappelijke werken en de expliciete verbindingen met zijn 360° model zouden baat hebben bij meer duidelijkheid, wat de toegankelijkheid en de wetenschappelijke onderbouwing ten goede zou komen.
De interpretatie van concepten zoals kwetsbaarheid door Van der Spoel, waarbij hij deze definieert als het erkennen van eigen beperkingen, biedt een uniek perspectief. Echter, deze interpretatie verschilt van de traditioneel geaccepteerde definities binnen de gedragswetenschappen, wat de dialoog tussen zijn inzichten en de gevestigde wetenschappelijke gemeenschap kan compliceren.
Op basis van de waardevolle inzichten die het boek biedt, lezen we hierin een aanmoediging tot een voortdurende dialoog tussen zijn innovatieve benaderingen en de bestaande wetenschappelijke literatuur. Dit zal het begrip van vertrouwen in zowel de academische wereld als de praktijk kunnen verdiepen, maar ook kunnen bijdragen aan een vruchtbare integratie van theorie en praktijkervaring.
Dit doet geenszins af aan het feit dat Jan van der Spoel’s boek onmiskenbaar een waardevolle toevoeging is aan de bestaande inzichten in vertrouwen, met name door zijn praktijkgerichte benadering en de uitnodiging aan lezers om vertrouwen op een gestructureerde en reflectieve manier te benaderen. De verzorgde uitgave door uitgever Boom draagt bij aan de aantrekkelijkheid van het boek, waardoor het zowel een inhoudelijk als esthetisch genoegen is om te lezen.
Severin de Wit, Den Haag februari 2024